(OUVERTURE) De musical begint wanneer de priester tijdens een kerkdienst het bijbels verhaal vertelt over Jakob en zijn twaalf zonen (PROLOOG – HET BEGIN). Jozef, Jakob’s favoriete zoon, verschijnt ten tonele (LAAT JE DROOM BESTAAN). Jakob en al zijn twaalf zonen, woonachtig in Kanaän, komen voorbij (JAKOB EN ZOONS – DEEL 1). Jakob trekt Jozef voor en schenkt hem een prachtige bontgekleurde jas. De broers van Jozef worden hierdoor jaloers en afgunstig (JOZEF JAS – DEEL 2). Jozef heeft niet alleen een prachtige jas, maar ook hele rare dromen. Wat als die dromen uitkomen? De broers zien daar toch wel wat gevaren in, want de broers komen hier niet zo positief in naar voren (JOZEF’S DROMEN). Hierdoor vrezen de broers het ergste en besluiten om Jozef in een put te gooien, maar net op het moment dat Jozef in de put wordt gegooid, komt er een slavenhandelaar voorbij. Ze veranderen hierdoor van plan en verkopen Jozef aan deze handelaar (ARME JOZEF). Maar wat moeten ze nu aan hun vader Jakob vertellen? Ze besluiten hem te vertellen dat Jozef ten prooi aan de woestijn is gevallen. Ze verscheuren de regenboogjas en besmeuren deze met geitenbloed als bewijs dat Jozef echt overleden is. Vader is ten einde Het verhaal raad. (HIJ IS NOU HOOG IN DE HEMEL). Ondertussen hangt Jozef achter een kameel op weg naar Egypte. Hij is namelijk als slaaf verkocht aan een bemiddelde heer, genaamd Potifar (DE REIS NAAR EGYPTE). Potifar heeft een bedrijf in vastgoed. Jozef werkt hard voor Potifar en promoveert razendsnel tot secretaris (POTIFAR). Potifar’s vrouw heeft een oogje op Jozef en probeert hem te verleiden. Op dat moment loopt Potifar binnen en wordt woest. Daarom gooit Potifar Jozef in de cel. Hij is weer terug bij af. Want hoe gaat hij hier ooit weer uit komen? Misschien is het maar beter dat hij vergeten wordt (SLUIT ALLE DEUREN MAAR). Na een tijd in de cel gezeten te hebben, worden er opeens twee anderen figuren bij hem in zijn cel gegooid. Dit blijken de bakker en de butler van de Farao van Egypte te zijn. Ze zitten in de cel omdat beiden hun werk voor de Farao niet goed hebben uitgevoerd. Ze vragen zich af of ze ooit nog uit deze cel komen en delen hun dromen. Jozef voorspelt de dromen. De één blijkt er positiever uit te komen, dan de ander. De butler komt namelijk vrij, maar met de bakker loopt het helaas anders af… (KOM OP NOU JOZEF) (KOM OP NOU JOZEF – REPRISE) ‘

Wat is er precies gebeurd de eerste helft? Een vlugge samenvatting volgt (ENTR’ACTE). We zijn bij de Farao. Een machtige dame van stand die wordt aanbeden door het volk (‘T WAS IN EGYPTE). Ondertussen zit Jozef nog altijd vast maar er lijkt licht aan het eind van de tunnel te zijn. De Farao heeft namelijk een droom waar geen logica in zit. De butler, waarmee Jozef samen in de cel heeft gezeten, kent wel iemand die de droom kan uitleggen, namelijk Jozef (Arme Farao). Jozef wordt uit de cel gehaald en de Farao vertelt haar droom aan Jozef (LIED VAN DE KONING). Jozef verklaart de droom van de Farao (FARAO’S DROOM UITGELEGD). Zij is onder de indruk van Jozef’s kunsten en benoemt hem tot vice-president. Iedereen aanbidt Jozef en vrouwen vallen in katzwijm voor hem. (KRIJG NEFERTIETEN). De jaren verstrijken en ondertussen in Kanaän, waar Jakob, zijn zonen en het gezin leeft, heerst er hongersnood. Misschien hadden ze toch beter moeten luisteren naar de voorspellingen van Jozef, dan was dit nu niet gebeurd (DIE MOOIE TIJD IN KANAÄN). De broers besluiten naar Egypte te gaan, want daar is genoeg te eten en voedsel in overvloed (DE BROERS KOMEN NAAR EGYPTE). Eenmaal aangekomen in Egypte in het paleis van de Farao komen ze oog in oog te staan met hun broer Jozef. Ze herkennen hem echter niet, maar Jozef herkent zijn broers wel. De broers slijmen met Jozef om eten te krijgen (GLIBBER, GLIBBER). Jozef zorgt voor een overvloedige maaltijd en stopt ongemerkt een gouden beker in Benjamin’s tas. Dit om zijn broers na al die jaren hun verdiende loon te geven. Jozef kijkt de broers aan met een ijzige blik en roept: STOP! Zijn gouden beker is zoek en de broers mogen het paleis niet verlaten zonder dat de dief gevonden is (WIE IS DE DIEF). Uiteraard weet Jozef allang dat de beker in Benjamin’s tas zit, want dat heeft hij zelf gedaan. Benjamin wordt naar de cel gebracht. De broers gaan op hun knieën en smeken Jozef om hem vrij te laten (BENJAMIN CALYPSO). Jozef is onder de indruk van zijn broers, ze blijken toch te zijn veranderd na al die jaren. Jozef maakt zijn identiteit bekend en herenigt zich weer met zijn broers; het dozijn is weer compleet (NOU JA ‘T IS JOZEF). Jakob reist naar Egypte en Jozef en Jakob vallen elkaar na al die jaren in de armen (JAKOB IN EGYPTE). Eind goed, al goed (LAAT JE DROOM BESTAAN – FINALE). (SLUIT ALLE DEUREN MAAR – REPRISE) (MEGAMIX).